Werk gerelateerd
Enschede Ramp - vrijdag 26 mei 2000
Enschede Ramp - vrijdag 26 mei 2000
Vanmorgen om half negen aangekomen in Enschede in
buurtcentrum "Het Kompas"
Het is dan nog rustig, er zitten hier en daar wat mensen bij
elkaar, voornamelijk hulpverleners vermoed ik.
We drinken een kop koffie en worden verwacht in de grote
zaal waar een briefing gegeven zal worden. Door middel van duidelijke en bruikbare instructies kunnen we om tien over
negen met de eerste 6 bussen vertrekken. Alvorens krijgt iedereen een grijs pak
uitgereikt die als bescherming dient tegen eventuele asbest wat vrij komt.
We krijgen slofjes mee en een mondkapje. We moeten het pak
aantrekken voordat we de bus instappen.Een motoragent rijdt voorop. Ans en ik
komen samen in de eerste bus van die dag te zitten met ongeveer 10 personen.De
sfeer in de bus is gelaten, kalm.
Er zit een jong stel naast mij Ilse en Bjorn.Onderweg vertelt Ilse dat ze vanmorgen erg
zenuwachtig was omdat ze er tegenop ziet alles terug te zien. Bovendien spreekt
ze het vermoeden uit dat ze waarschijnlijk niet in haar huis mag.
Wat mij meteen opvalt is vlak voor het rampgebied de
tientallen huizen waarvan de kozijnen dichtgetimmerd zijn. Hier begint het dus
al denk ik.. (800 meter van de kern)
Eenmaal aangekomen bij het rampgebied worden dranghekken
voor ons geopend. Ineens zie ik veel politie, brandweer en mobiele eenheid. Er
word gevraagd naar welke straat we moeten, de chauffeur noemt de naam van de
straat en we moeten dan even wachten.
We krijgen te horen dat er een gaslek is ontdekt en even
lijkt het er op dat we niet verder mogen. In de bus hoor ik zacht gemompel,
"nee toch" en "shit" Gelukkig krijgen
we op dat moment het sein dat we door mogen rijden. Aan mijn linkerhand zie ik
allemaal brandweerlieden bij elkaar zitten en op de achtergrond de Grolsch fabriek,
zwart geblakerd aan één kant.We rijden door en aan weerszijden zijn alleen maar
brokstukken te zien. In de verte zie ik een rieten tuinstoel nog helemaal in
tact midden op de puinhoop staan. Even verderop allemaal restanten van
wasmachine's, koelkasten. Bruin en zwartgeblakerd en kapotgeslagen.We maken nu
een buiging de straat in en op de hoek zie ik wat eens een telefooncel was
dwars door midden. Omdat het zo felgroen van kleur is, is het nog te herkennen.
Na ongeveer 2 minuten schat ik, kunnen we de bus uit.
Overal ligt glas en puin op straat, sommige mensen mogen hun
huis niet betreden vanwege verhoogde risico's. Voor Ilse en Bjorn is dit een
teleurstelling. Gelukkig kunnen ze nog enkele spulletjes meenemen. Deze heeft
een politiemedewerker voor hen kunnen pakken.
Er worden foto's gemaakt intussen loopt er ook iemand van
woningbouw/ toezicht.
Even later zie ik een traan bij Ilse, ze is even verdrietig
en wordt getroost door Bjorn.
Ik houd me bewust op de achtergrond omdat men steun aan
elkaar heeft.
We gaan weer terug en alle pakken moeten vlak voor het
instappen uit en in een grote zak gestopt worden.
Inmiddels is de zon gaan schijnen, wel een raar gezicht als
je over het terrein kijkt.
Bij een kop koffie in het buurtcentrum informeer ik naar de tijdelijke
opvang enz.
Ilse vertelt dat ze zeer goed zijn opgevangen de eerste
dagen en dat ze momenteel bij goede vrienden logeren in Haaksbergen. Bjorn
vertelt over zijn grote passie namelijk het verzamelen van militaire speldjes
en kleding. Hij is bang dat zijn verzameling van 15 jaar helemaal weg is!
Verder zegt hij dat hij 3 jaar geleden bijna dood is geweest vanwege een
granaatontploffing. Deze ramp doet hem alles weer naar boven komen.
Bij de tweede keer dat ik meega in de bus zijn het bewoners
van de Merelstraat. Dat vond ik heel indrukwekkend. Tussen de puinhopen in
hangt wasgoed te drogen. Koffiekopjes staan op tafel met restanten koffie. Er
staat een afwasje op een aanrecht, er zijn spullen stuk geslagen en heel veel
is nog intact gebleven. Op een schouw staan twee plantjes keurig naast elkaar
terwijl pal er naast een schemerlamp over een tafel hangt.
Overal liggen glasscherven, vitrage's zijn van de kozijnen
afgerukt en wapperen door de kapotgeslagen ramen heen.
Een van de bewoners is gelukkig met het feit dat het
serviesje wat ooit van zijn oma is geweest nog helemaal gaaf is. Hij heeft het
voorzichtig in een klein plastic tasje verpakt.
Ik vraag of hij nog beelden mee wil nemen die boven op een
kast staan. Ja.. dat wil hij heel graag. Ik vertel hem dat ik nog een
vuilniszak bij me heb en dat het daar in kan. Hij staat wat twijfelachtig met
het kleine zakje waar het servies in zit. Ik bied aan om dat vast te houden
zodat hij bij de beelden kan. Hij geeft het tasje aan mij en zegt "hier ben ik heel zuinig op" dit mag niet
kapot! Hij klimt op een soort tonnetje en pakt twee beelden van de kast.
Intussen heeft zijn vrouw nog wat spulletjes bij elkaar
gescharreld en zegt: "verschrikkelijk wat een puinhoop, het is niet te geloven"
Samen overleggen ze wat wel en niet mee gaat in de bus. Dan
zeggen ze tegen elkaar. Ik heb het wel gezien nu, het is goed zo. De rest
kunnen we vervangen. Dan ziet de vrouw nog een paar kleine prullaria en wil die
graag nog meenemen.
We staan buiten nog wat te praten en dan zegt de vrouw
ineens: die koe-bel moet nog mee, die is van mijn overleden vader geweest.
Haar man haalt het exemplaar van de wand in de gang en dan
is het weer tijd om terug te gaan. Ik maak op verzoek een foto van het
echtpaar, staande voor het huis. Het is voor de kleinkinderen zegt de vrouw.
Als we de bus uit stappen loopt de coördinator op mij af en
zegt dat er dringend hulpverleners nodig zijn; of ik meteen weer mee kan met
een groep. Ik stem meteen toe maar moet nog even een nieuw pak gaan halen. Intussen
is het drukker en drukker geworden, overal lopen mensen met grote blauwe
vuilniszakken. Er worden weer nieuwe groepen geïnstrueerd alvorens ze de bus
ingaan.
Mijn laatste rit gaat naar de Deurningerstraat, het betreft
een flat. Tientallen kozijnen zijn ontzet, ruiten liggen in puin. In de hal van
de flat liggen glasscherven, het is erg donker op de gang. Ik kom op de begane
grond en vraag aan een jongeman of ik binnen mag komen. Ik stel me voor en
vraag of ik wat voor hem kan betekenen. Hij zoekt paniekerig naar zijn
paspoort.
Waarom ligt die deur op mijn bed wil hij weten. Wat een
chaos hier. Kijk dit is mijn dochter wijzend op een foto van een meisje met
pikzwarte krullen. Ik vraag hoe oud zijn dochter is, bijna elf zegt hij. Mag ik
die foto meenemen? Ik bevestig dit en hij zegt "gelukkig"
Het is een godswonder, dat ik nog leef merkt hij op.
Evelien.